Bron: Het nieuwsblad en De Standaard

,,Klanten willen jong vlees en een onschuldige kinderlach” “Klanten op zoek naar jong vlees en kinderlach”

25/06/2005 om 00:00 door Steven DE BOCK

    “Belgische prostitués ronselen hun klanten via internet. Tippelen is echt iets geworden voor de allerzwaksten” Dirk Vertongen, bezieler van Boysproject

Foto: © koen fasseur kfe

De jongste maanden duiken er in Antwerpen verontrustend veel nieuwe jongens op die zichzelf prostitueren. De kinderen zijn vaak maar 12 à 14 jaar en komen vooral uit het voormalige Oostblok. Het jeugdparket kent het probleem, maar staat machteloos. De medewerkers van Boysproject, zowat de enigen die zicht hebben op de verdoken jongensprostitutie, maken zich zorgen. Ze zien hoe de straat meer en meer het werkterrein wordt van totaal gemarginaliseerde jongens. ,,Tippelen is alleen nog voor de allerzwaksten. Al de rest werkt alleen nog via gsm of internet.”

Het is de jongste jaren harder geworden. Toen ik op straat werkte, waren er van die ongeschreven regels. Je pakte elkaars klanten niet af, je werkte niet onder de prijs. Dat soort dingen. Er was ook een soort sociale controle doordat andere jongens meestal wel wisten met wie ik weg was. Maar sinds de komst van de jongens uit de Balkan en Oost-Europa is het echt ieder voor zich.”

Zo’n zestien jaar heeft Kurt gewerkt als prostitué. Het grootste deel van de tijd in Antwerpen. Nu is hij er al enkele jaren uitgestapt. ,,Ik werd te oud, het ging niet meer”, vertelt hij. ,,Ik ben in de prostitutie terechtgekomen toen ik amper tien jaar was. De eerste was een vriend des huizes, die mij bepotelde. Na een tijdje gaf hij mij geld om te zwijgen. Nadien nam hij mij mee naar anderen. Zo ben ik er geleidelijk aan in gerold. Elke dag dacht ik: ‘Ik stop ermee’. Maar ja, ik had nu eenmaal geld nodig.”

Ook nu heeft hij niet echt afscheid genomen van het milieu. Hij werkt de jongste jaren mee met Boysproject, een erg laagdrempelige organisatie die zich het lot van de mannelijke prostitués in het Antwerpse aantrekt. Het is voor Kurt een manier om iets terug te doen voor Dirk Vertongen, de bezieler van Boysproject. ,,Ik heb Dirk leren kennen toen ik nog op straat werkte. Hij was toen als straathoekwerker dagelijks in de weer voor mij en de andere jongens. Hij heeft mij geholpen om eruit te stappen, mij gesteund toen ik weer ging studeren.”

Kurt is niet zijn echte naam. Niet dat hij zich schaamt over zijn verleden. Binnen zijn kennissenkring weten de meeste mensen wel hoe hij jarenlang zijn brood – en vooral zijn drugs en alcoholvoorraad – heeft verdiend. ,,Maar ik wil er nu toch ook niet echt mee te koop lopen.”

Affectie heeft een prijs

Boysproject gaat schuil achter een erg onopvallende deur tussen de chique winkels in de Antwerpse Quellinstraat. Niets laat vermoeden dat er op die plaats, in een appartementje tweehoog, een ontmoetingsruimte is voor mannelijke prostitués, die veelal in het nabijgelegen Stadspark werken.

,,Als de bel gaat, kijken we altijd eerst door het venster. Is het een bekend gezicht, dan doen we open. Is het een nieuweling dan laten we hem alleen binnen als hij akkoord gaat met een kennismakingsgesprek om na te gaan of het wel echt om een prostitué gaat. We kunnen nu eenmaal niet alle jongens opvangen. Bovendien mag het hier geen dierentuin worden, waar iedereen eens kan komen kijken naar de prostitués. Dit moet echt hun ruimte zijn, waar ze tot rust kunnen komen, televisie kijken, praten. Een ruimte ook waar ze eventjes geen concurrenten van elkaar zijn”, zegt Dirk Vertongen.

,,Het is ook belangrijk dat ze hier genegenheid vinden waarvoor ze niets moeten betalen”, zegt Bob, een van de medewerkers. ,,Die jongens zitten in een wereld waar alles draait om geld. Zelfs affectie heeft voor hen een prijs. Dit is voor die jongens de enige plaats waar geld niet van tel is.”

“Hoe je een prostitué herkent? Geloof me, dat lukt wel” zegt Dirk.

“We hebben zo’n vaste vragenlijst: “Wat doen ze? Hoeveel vragen ze? Hoe voelen ze zich daarbij ?” Maar eigenlijk hebben we die vragen niet nodig. Hun blik en hun manier van bewegen zeggen genoeg.”

‘De aanloopkamer’, zo hebben ze het appartement in de Quellinstraat genoemd. Er is een keukentje, een zetel met een televisie, twee computers… Het zou een gewoon appartement kunnen zijn. ,,De jongens vragen mij ook geregeld of ik hier woon”, zegt Dirk.

Maar er zijn de details die je in een gewoon appartement normaal niet vindt. Op de kast in de woonkamer staan twee kunstpenissen, om jongens te leren hoe ze met een condoom moeten omgaan. ,,We geven hier ook info over allerlei seksueel overdraagbare aandoeningen”, zegt Kurt. ,,Op een erg eenvoudige manier.”
Met foto’s, bedoelt hij, waarop hij een fotomap tevoorschijn haalt vol geslachtsdelen met de meest afschuwelijke zweren en vlekken.

IK WAS TIEN JAAR TOEN IK ERMEE BEGON. ELKE DAG DACHT IK: “IK STOP ERMEE”

De Tony’s en Elvissen van ’t stad

,,Vertrouwen en privacy staan hier centraal. We beseffen bij voorbeeld goed dat heel wat jongens zich hier onder een valse naam aanbieden. Je kan je niet inbeelden hoeveel Tony’s en Elvissen er rondlopen in Antwerpen”, vertelt Bob.

Die Tony’s hebben hun inspiratie gehaald uit de film Scarface , waarin Al Pacino de rol speelt van megalomane cokedealer Tony Montana. De herkomst van de Elvissen is een ander verhaal. ,,In veel gevallen heten die jongens echt zo. Elvis Presley moet erg populair zijn bij de Roma-zigeuners.”

Het valt de medewerkers van Boysproject op dat de Oost-Europese jongens – vooral Roma-jongens – opvallend sterk vertegenwoordigd zijn in het prostitutiemilieu. ,,Vorig jaar hebben wij 183 jongens bereikt”, zegt Vertongen. ,,55 procent daarvan kwam uit Oost-Europa. De echte Belgen vormen met hun 10 procent de tweede grootste groep.”

De jongste jaren hebben veel Belgische prostitués de straat ingeruild voor het internet. ,,Ze verkopen zichzelf via internet als ‘escort’ of ze werken via gespecialiseerde sites”, vertelt Dirk. Net omdat ze die jongens niet meer kunnen bereiken via hun gewone straatwerking, heeft Boysproject sinds kort een eigen website. Jongens kunnen vragen stellen en vinden er info over ziektes.

,,Die evolutie heeft wel gezorgd voor een verdere marginalisering van de jongensprostitutie op straat”, zegt Bob. ,,Tippelen is echt iets geworden voor de allerzwaksten.”

Toestroom nieuwe jongens 

De jongste maanden ziet Boysproject een opvallende toename van het aantal jonge Oost-Europese prostitués. Dat wordt bevestigd door het Antwerpse jeugdparket. ,,Ook wij krijgen het signaal dat er een steeds meer Oost-Europese jongens bij komen van 12, 13 à 14 jaar”, zegt Nicole Caluwé. Cijfers zijn er niet. En het is ook niet zo dat de jonge prostitués de jongste maanden en masse bij het jeugdparket worden binnengebracht. ,,Slechts af en toe zien we zo’n jongen. Als de politie hem opgepakt heeft bij een controle of als hij binnengebracht wordt wegens andere criminele feiten. Maar het blijft meestal bij een vermoeden, want die jongens willen er nooit over praten. Die Oost-Europese jongeren willen meestal helemaal niets zeggen. Zelfs niet waar we hun ouders kunnen vinden of waar ze wonen. Ze houden vol dat ze pas de dag voordien in België aangekomen zijn. Onzin natuurlijk, want waar zouden ze al dat Nederlands dan geleerd hebben.”

Caluwé wil het liever niet met zoveel woorden zeggen, maar het jeugdparket staat eigenlijk machteloos. ,,Meestal is er geen plaats in de instellingen om zo’n jongens onder te brengen. En als we toevallig toch eens een plaats vinden, dan neemt die jongen een douche, eet hij eens goed en verdwijnt hij weer.”

Dat is ook een van de redenen waarom ze niet gelooft dat grote controleacties zinvol zijn. ,,We kunnen die jongens wel oppakken. Maar wat dan? We moeten ze dan toch weer laten gaan. Dat is geen oplossing. In tegendeel, dan duwen we hen nog dieper in de problemen.Maar als we merken dat volwassenen dat soort jongensprostitutie organiseren, dan treden we wel hard op.”

Bij Boysproject doen ze hun best om die groep jonge minderjarigen uit de prostitutie te krijgen. Maar ook zij ervaren hoe moeilijk het is. ,,Die Oost-Europese jongens hebben thuis de opdracht gekregen om zelf voor geld te zorgen. Hoe ze dat doen is blijkbaar niet de zorg van de ouders. Zolang de politie maar niet voor de deur staat”, zegt Dirk. ,,Het is opvallend dat die jongens meestal hetero zijn. Ze komen stapje voor stapje in de prostitutie terecht, omdat het nu eenmaal een manier is om snel veel geld te verdienen. Het begin met 20 euro om eens in hun kruis te laten knijpen, dan 20 euro als ze hun broek eens laten zakken …”

De medewerkers van Boysproject merken dat sommige jongens, eens ze wat ouder worden, een jonger broertje of vriendje meebrengen. ,,Het blijft nu eenmaal de regel: hoe jonger, hoe meer geld. Veel klanten kicken op jong vlees, op die vriendelijke kinderlach. En daarvoor willen ze veel geld neertellen.”