De bekroonde film ‘Eastern Boys‘ van Robin Campino speelt sinds vrijdag 23 mei in Cinema Zuid te Antwerpen. De prent snijdt op een spannende en niet-oordelende manier het thema van de mannenprostitutie aan en wordt deze keer omkaderd door Boysproject. ‘Eastern Boys‘ werd hiervoor reeds in avant-première vertoond tijdens het PinX-filmfestival in de Sphinx in Gent.

Tijdens de eerste voorstelling in Antwerpen omkaderde Boysproject de film met een inleiding waarbij tal van andere voorbeelden uit hetzelfde thema kort werden aangehaald. Mannenprostitutie is namelijk een erg breed begrip en deze film mag niet als de referentie worden beschouwd van mannenprostitutie. Na de film volgde er nog een boeiend panelgesprek met de Nederlandse onderzoeker op vlak van mannenprostitutie Paul Van Gelder, sekswerker Lyle Muns en Lieve Huijskens die het prostitutiebeleid van Stad Antwerpen toelichtte.

Wie tot nu toe deze topper van een film nog niet heeft gezien, dient zich te haasten. ‘Eastern Boys’ is de komende dagen tot zondag 25 mei nog te zien in Cinema Zuid en Cartoons in Antwerpen, en tot dinsdag 27 mei in Actor’s Studio in Brussel. Daarna verdwijnt de prent wellicht uit de cinema’s in België.

Reacties uit het publiek

Anders dan tijdens de avant-première in Gent, was het opvallend dat het gros van de genodigden van deze eerste avond in Cinema Zuid wel ergens een band met het thema mannenprostitutie had. Hetzij door er zelf in actief te zijn, als hulpverlener of als kennis van iemand binnen die wereld. De inhoud van het panelgesprek alsook een uitgebreid interview met Lyle Muns komen nog aan bod in latere artikels. Hieronder kan je alvast de interessante reacties van enkele aanwezigen lezen.

Vera: “Reeds in mijn studententijd, dertig jaar terug, wist ik al dat mannen- en vrouwenprostitutie bestond. Mettertijd was ik er niet mee in contact gekomen, maar nu mijn dochter stage loopt bij Boysproject kom ik er nu terug mee in contact. Ik vind dat de illegaliteit en het taboe daarrond dient te verdwijnen. Men moet dit bespreekbaar maken en daar regels rond hebben. Er is veel gestructureerd rond vrouwenprostitutie, maar bij mannen is dat niet zo. Je ziet dat de overheid daar vrijwel niets aan doet. Het is erg ingewikkeld maar het komt niet los. Ik denk dat heel veel politici zich daar ook niet aan durven te wagen. Ik vind het vooral heel menselijk. Ook de problematiek rond het homo of lesbienne zijn volgde ik al heel nauw omdat ik veel vrienden en familieleden heb, jongeren die het niet aan hun familie durven zeggen en die bij mij terechtkomen. Ik steun hen daar in. Laat iedereen toch gelukkig zijn! Om het even wat je bent. Je kiest daar niet voor, je bent zo. En net zoals bij prostitutie; die jongens willen dat doen om welke reden dan ook. Sommigen omdat ze het leuk vinden, anderen omdat ze willen helpen, maar voornamelijk omdat ze willen overleven. Laat die dan toch doen zolang ze er niemand kwaad mee berokkenen!”

Dieter: “Een heel goede vriend van ons werkt voor Boysproject en we kennen wel een deel van de werking, vandaar mijn interesse. Daarvoor had ik wel al een beeld van mannenprostitutie omdat ik voor een humanistische organisatie werk. In de film wordt er ook een stuk rond wetgeving aangeraakt en de regelgeving daarrond; wat is legaal en illegaal. Ik ben zelf wel geïnteresseerd ook uit discussie met mijn maat er over.”

Julie: “Ik had niet meteen verwacht dat ze dit soort film zouden zien in verband met Boysproject. De verhalen die wij te horen krijgen zijn anders. Meestal gaat het over mensen die aan prostitutie doen voor hun werk. In de film wordt de jongen echt opgenomen door de klant en dit vind ik niet meteen het super realistische beeld van hoe het er aan toe gaat.”

Dieter: “Ik vind wel dat de film goed in beeld brengt hoe er verschillende problematieken; trauma, familiegeschiedenis, oorlog, genderidentiteit… in gemengd worden. Er zijn heel veel thema’s die door elkaar gekruist worden. Dat vind ik wel leuk aan deze film dat ze die dingen niet uit de weg gaan. Zoals wanneer de jongen uit de film vertelt over wat er met zijn dorp is gebeurd; er zitten zoveel gevoelens door elkaar gekruist binnen de zone van sekswerk met mannen als die uit een oorlogsgebied komen. Dat heeft het voor mij wel duidelijker gemaakt dat het niet alleen het wettelijke kader is die daarin een rol speelt, maar dat het heel breed ligt.”

Joris: “Via mijn broer heb ik de mannenprostitutie leren kennen. Daarvoor had ik er ideeën over die niet klopten. Bijvoorbeeld; ik weet nu dat het niet homoprostitutie is maar wel mannenprostitutie. Ik vond de film heel knap, bijvoorbeeld hoe je je als kijker doorheen de film verbonden voelde met een situatie waar je zelf heel ver van af staat. Dat is niet mijn leefwereld of waar ik geen begrip voor heb; mannen die op zoek gaan naar een jonge kerel om daar seks mee te hebben, maar de film werkt in die zin heel goed dat ik me heel erg verbonden heb gevoeld met die persoon. Ook die bende; het was tof om het verhaal dat je veelal in de krant leest, nu eens op een andere manier te zien kreeg. De film heeft op die manier mijn spectrum wel verbreed. Daarnaast vond ik het mooie beelden, goede cameravoeren en de muziek vond ik heel sober en goed. Als muzikant vind ik dat ook erg belangrijk. Mijn beeld rond mannenprostitutie heeft nu een gezicht gekregen en dat zal me misschien wel helpen als ik in de toekomst geconfronteerd wordt met een soortgelijke figuren. Ik vond het panelgesprek op het einde ook heel interessant. Het was tof om te horen dat Paul Van Gelder zei dat Boysproject een uniek project was. Dat vond ik wel straf! Ik vond het ergens logisch dat er op zo’n manier hulp werd geboden, maar blijkbaar is dat geen evidentie. Boysproject vind ik een erg goed project en ik denk dat er veel van kan geleerd worden. Het is een soort zachte manier om met die wereld om te gaan. De manier staat misschien wel haaks of biedt weerwerk aan de manier van de politie. Het contrast met Lieve Huijskens die voor Stad Antwerpen kwam spreken was er wel. Het Boysproject vind ik dan wel een interessantere piste om met die problematiek om te gaan.”

Bron: ZIZO

Eigen verslaggeving